De geschiedschrijving van de eerste bewoners van het gebied waar later de hofstede ‘de Hoochsaet’ gebouwd werd, begint in 1365. Dan is er overigens nog niets dat op een of andere manier aan de naam Hoochsaet doet denken. Pas rond 1500 komt er zicht op een hofstede met die naam en het bijbehorende land dat ‘de Hoge Sate’ genoemd wordt. Zowel de hofstede als het land liggen ten oosten van de Langereis in Hoogwoud. De foto op mijn website laat een deel van dat gebied zien. Van de hofstede is hierop geen spoor te bekennen, maar heeft vermoedelijk links op de foto achter de bomen gestaan.
Toen Gerard Hoogzaad in 1986 met zijn stamboomonderzoek begon, trof hij al in een vroeg stadium verrassend veel personen aan met de naam Hoochsaet, die hij op geen enkele manier met elkaar in verband kon brengen. Daardoor vermoedde hij dat er wel eens meerdere takken Hoochsaet zouden kunnen zijn. De ontdekking van het schilderij van Rembrandt waarop Catrina Hooghsaet afgebeeld staat, riep aanvankelijk nog meer vragen op, maar bleek toch ook de sleutel tot de oplossing ervan. Had zij iets met onze familie van doen en hoe zat dat dan? Hij probeerde de gemeenschappelijke voorouders te vinden, want dat zou de familie een beroemde ‘oudtante’ kunnen opleveren, maar de werkelijkheid was toch weerbarstiger. Al snel kwam hij erachter dat de geportretteerde Catrina heel goed gedocumenteerd bleek te zijn. Er blijkt zelfs een boek te bestaan waarin een heel hoofdstuk aan Catrina, ook wel Trijn Jans. genoemd, gewijd is.
In dit boek ‘Uit de kring van Rembrandt en Vondel’ van de hand van de heer H.F. Wijnman wordt zeer uitgebreid op het leven van deze vrouw ingegaan. Daarin staat te lezen dat haar opa Dirck Pietersz van Nierop heette, voorganger van de Doopsgezinde gemeente was en rond 1550 geboren is. Ook vermeldt hij dat zijn zoon, haar vader, Jan Dircksz. de naam Hoogsaet had aangenomen. In het oud rechtelijk archief van Enkhuizen staat in een acte dat op 8 december 1589 een zekere Dirck Pietersz Hooghseedt, 42 jaar oud en poorter van Nierop, met andere Enkhuizers bijeenkwam om getuige te zijn bij het vastleggen van het testament van de zieke Evere Herckis. Niet deze gebeurtenis was zo belangrijk, maar wel dat Dirck Pietersz Hooghseedt hierin optreedt. Dat moet één en dezelfde persoon zijn als Dirck Pietersz van Nierop. En daarmee kwam het onderzoek naar het herkomst van de naam Hooghsaet weer een generatie dichter bij zijn oorsprong en kon het geboortejaar 1547 van Dirck worden vastgesteld. Als u weet dat Nierop, het huidige Nieuwe Niedorp ongeveer 4 km van Hoogwoud ligt, begrijpt u dat de link naar de hofstede en het landgoed voor de hand ligt.
Van een zekere Pieter Pietersz. is bekend dat hij van 1544 – 1553 als bruicker van 14 morgen lant met een huijs daerop staende voor 182 gulden per jaer vrij suijver gelt op de hofstede woonde. Het is waarschijnlijk dat hij de vader van Dirck Pietersz Hooghseet en daarmee de overgrootvader van Trijn is geweest. En dat is de reden dat zijn kinderen de naam Hoochsaet aan hun naam hebben toegevoegd. Dat staat sowieso deftiger. Rond 1563 is deze familie richting Amsterdam vertrokken en hebben ze zich aangesloten bij de doopsgezinde Waterlandse gemeente. En daarmee is het ontstaan van de doopsgezinde tak van de familie Hoochsaet in Amsterdam begonnen. Wonderlijk is wel dat er van deze familie na 1800 geen enkele nazaat te vinden is in Amsterdam en omgeving. Hiermee is de herkomst van de naam Hoogzaad voor wat betreft deze Amsterdamse tak voldoende verklaard.
Bij deze Westfriese tak ligt dat een stuk eenvoudiger. Daarvan is bekend dat onze oudste stamvader Jacob Allertss Hoochsaet was en dat zijn vader Allert Folkertss. de hofstede ‘de Hoochsaet’ pachtte.
In een acte uit 1622 staat vermeld dat de weduwe van Jacob Allertss Hoochsaet, IJedt Jacobs., daar meer dan 40 jaar heeft gewoond. Dat betekent dat zij beiden, Jacob en IJedt, na hun huwelijk rond 1580 in de hofstede zijn gaan wonen. Alle nog in leven zijnde personen met de naam Hoogzaad hebben hen als gemeenschappelijke stamouders.
Toch zit er een adder onder het gras. Van rechte afstamming van de mannelijke lijn is namelijk niet altijd sprake. Het tweede kind van Jacob en IJedt heet Jacob Jacobss Hoochsaet. De oudste zoon van deze Jacob wordt Cornelis Jacobs Allertss Hoochsaet genoemd. Deze Cornelis trouwt met Trijn Jans Snevert en ook zij wonen op de hofstede ‘de Hoochsaet’. Ze krijgen zes kinderen. De jongste daarvan heet Grietje. Grietje trouwt met Jacob Corneliss Schippers, oudste zoon van Cornelis Janss Schippers en Trijn Jacobsdr Harmons. Zij gaan in hofstede “de Hoochsaet” wonen en hij noemt zich vanaf dat moment Jacob Cornelisz Hoochsaet. Beiden dragen nu de naam Hoochsaet en daarmee lijkt onze naam gered, maar ook hierna is van een rechte mannelijke afstamming geen sprake. Bij hun oudste dochter Trijn gebeurt dat nog een keer. Deze Trijn Jacobsdr Hoogsaet trouwt met Claes Volkertsz. Hij heeft alleen een patroniem*, maar geen achternaam en is waarschijnlijk van eenvoudiger komaf dan de rijke boerendochter Trijn. Zij krijgen vijf kinderen en allen dragen de achternaam van hun moeder. In feite is er vanaf haar oudste zoon Cornelis Claesz Hoogsaet, die rond 1700 geboren wordt, sprake van een afstamming in rechte mannelijk lijn. In de stambomen kunt u al deze gegevens terugvinden.
*patroniem = naam van de vader. Voorbeeld: Een zoon van vader Jan heet Pieter. Dan krijgt deze zoon de naam Pieter Jansz. In dit geval wordt de toevoeging Jansz. een patroniem genoemd.
Schrijfwijze van de naam Hoogzaad van verleden tot heden. Het jaartal geeft aan wanneer deze schrijfwijze in een akte voorkwam.
1499 |
Hoochsaet |
1667 |
Hoogsaat |
1705 |
Hooghsaet |
1698 |
Hoogsaad |
1715 |
Hooghsaed |
1730 |
Hoogsaad |
1722 |
Hooghsaedt |
1779 |
Hogsaat |
1589 |
Hooghseedt |
1724 |
Hoogzaet |
1687 |
Hooghsaat |
1744 |
Hoogzaed |
1688 |
Hooghsaad |
1708 |
Hoogzaat |
1702 |
Hoogsaet |
1734 |
Hoogzaatt |
1721 |
Hoogsaed |
1783 |
Hooijzaat |
1786 |
Hoogsaedt |
1699 |
Hoogzaad |